Welke liquidatiereserves kunt u in 2025 uitkeren tegen 5% roerende voorheffing?

Sinds 01.01.2017 bedraagt het standaardtarief roerende voorheffing (rv) op een dividenduitkering 30%.

Welke liquidatiereserves kunt u in 2025 uitkeren tegen 5% roerende voorheffing?

Wie in het verleden echter zgn. liquidatiereserves heeft aangelegd binnen zijn kmo-vennootschap betaalde op moment van aanleg een afzonderlijke aanslag van 10%. Mits het respecteren van een wachttermijn van 5 jaar kunnen die dan als dividend fiscaal voordelig uit de vennootschap gehaald worden tegen betaling van slechts 5% rv (15% belasting in totaal). Bij het niet-naleven van de wachttermijn is uw vennootschap alsnog 20% rv verschuldigd (30% belasting in totaal).

Het komt er m.a.w. op neer dat u sinds 01.01.2025 de liquidatiereserves van de boekjaren 2014 t.e.m. 2019 kan uitkeren tegen 5% rv. Vanaf 2026 kunt u deze van boekjaar 2020 tegen 5% uitkeren, enz. Schematisch kan dit als volgt voorgesteld worden:

Boekjaar van aanleg

Jaar van uitkering

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2014 t.e.m. 2019

5%

5%

5%

5%

5%

5%

2020

20%

5%

5%

5%

5%

5%

2021

20%

20%

5%

5%

5%

5%

2022

20%

20%

20%

5%

5%

5%

2023

20%

20%

20%

20%

5%

5%

2024

n.v.t.

20%

20%

20%

20%

5%

 

Concreet komt dat er bv. op neer zo u bv. op de jaarvergadering van uw vennootschap in 2020 besliste om € 10.000 van de winst van boekjaar 2019 als liquidatiereserve te boeken (betaling van 10% afzonderlijke aanslag, m.a.w. € 1.000 rv), dan kunt u op uw jaarvergadering van 2025 beslissen om die liquidatiereserve van 2019 uit te keren tegen 5% rv (= € 500).